Leef- en gedragsregels

1. Je komt op tijd op school en je bent op tijd in de les, zodat de les op een goede manier kan starten. In een tussenuur is het leerlingen van leerjaar 3 en hoger toegestaan het schoolterrein te verlaten.
2. Je hebt de spullen die je nodig hebt (zoals boeken, schriften, agenda, pen, rekenmachine etc.) bij je zodat je aan de leeractiviteiten kunt meedoen. Daardoor kan het leerproces voor jou en voor de anderen goed verlopen.
3. Je kleedt je fatsoenlijk en niet aanstootgevend. Je jas heb je tijdens de les uit, leg hem in je kluisje of hang hem over de stoel. Je draagt geen hoofddeksel (petje, capuchon), dit zou de communicatie kunnen verstoren.
4. Je ruimt je gebruikte spullen en afval op, zodat er geen rotzooi ontstaat. Het is immers niet prettig om in een rommelige omgeving te werken of te leren. Tijdens de les wordt daarom in de lokalen niet gegeten en gedronken. Dit geldt ook voor de computer- en werkruimtes. In de pauzes heb je daarvoor voldoende tijd.
5. Met toestemming van je docent kan een flesje water helpen om je aandacht bij de les te houden.
6. Je mobiele telefoon gaat bij het betreden van het lokaal in de daarvoor bestemde krat en mag gedurende de les geen signalen afgeven. Je gebruikt in de les ook geen andere geluidsapparatuur.
7. Het opnemen van gesprekken of het maken van beeldmateriaal van medeleerlingen en/of docenten is (wettelijk) niet toegestaan.
8. Je hebt tijdens de pauzes en tijdens de leswissel voldoende tijd om naar het toilet te gaan. Probeer daarom toiletbezoek tijdens de les zoveel mogelijk te voorkomen. Dit bevordert de rust.
9. We zijn een rookvrije school. Dit betekent dat er nergens op het terrein van de school mag worden gerookt en gevaped. Dit is wettelijk verboden.
10. Het gebruik, of bij je hebben van alcohol en alle drugs is streng verboden. In alle gevallen brengen we ouders hiervan op de hoogte en nemen we een passende maatregel. Ook het bij je hebben en/of afsteken van alle vormen van vuurwerk is verboden en zal tot maatregelen leiden.
11. Iedereen gaat respectvol om met spullen die van de school zijn. Het is onaanvaardbaar dat je door vernieling geen gebruik meer kunt maken van computers en andere faciliteiten van de school. Maak alleen gebruik van spullen van de school als je daarvoor toestemming hebt gekregen en lever de spullen weer netjes en in dezelfde staat in bij je docent.
12. De schoolboeken gebruiken we meerdere jaren. Ga er voorzichtig mee om, kaft ze aan het begin van het schooljaar en vul het stempel in.
13. Iedereen wil graag dat zijn of haar fiets veilig in de fietsenkelder of fietsenstalling staat, je zet hem hier op de aangewezen plek. Het is geen pauze- of hangplek. Scooters en brommers mogen alleen op de stoep naast de trap, voor de personeelskamer. Als iedereen zich daaraan houdt is de kans het grootst dat er niets met jouw fiets/brommer/scooter gebeurt.